Die Wahrheit des tibetischen Buddhismus

简体 | 正體 | EN | GE | FR | SP | BG | RUS | JP | VN                 Tibetischen tantrischen Wahrheit Zuhause | Gästebuch | LOGIN | LOGOUT

Sexuelle Skandale der Lamas und Rinpoches

über die Dalai Lamas

Bevor der Buddhismus in Tibet eingeführt wurde, hatten die Tibetaner "Bön" als Volksglauben gehabt. Bön verehrt Geister, Gespenster und Götter, um ihren Segen zu erhalten. Bön gehört also zu lokalen Volksglauben.

Während der chinesischen Tang Dynastie, führte der tibetische König Songtsän Gampo den Buddhismus in Tibet ein und machte ihn zur Staatsreligion. Der sogenannte "Buddhismus" ist aber tantrischer Buddhismus, der sich in der Spätzeit des indischen Buddhismus ausbreitet. Der tantrische Buddhismus wird auch "linkshändigen Pfad" genannt, weil er die tantrische sexuelle Praxis macht. Um zur tibetischen Kultur zu passen, wird der tantrische Buddhismus mit "Bön" gemischt. Er wird dann noch exzessiver wegen dessen Glaubens an Geister und Gespenster.

Der tantrische Meister Atiśa lehrte die tantrische Sex heimlich. Padmasambhava lehrte sie dann aber offen. Der tibetische Buddhismus weichte nicht nur von buddhistischen Lehren ab, sondern auch von buddhistischer Form. Der tibetische Buddhismus gehört nicht zum Buddhismus und muss "Lamaismus" genannt.

   
                  Dutch News: Telegraaf tendentieus over Dalai Lama

Telegraaf tendentieus over Dalai Lama

De Telegraaf 9-6-2012
Telegraaf-verslaggever Hans Kuitert vindt de Dalai Lama schijnheilig. Met dit oordeel doet hij te weinig recht aan de feiten.
Volgens De Telegraaf wordt ‘nu’ pas bekend dat de Amerikaanse inlichtingendienst CIA in de jaren ’50 en ’60 ‘met zijn medeweten een Tibetaans verzetsleger op de been hield’.

 
 
Jakboter
Dat is volgens de krant slecht te rijmen met zijn imago als vredelievende wijze. In 1989 ontving de Dalai Lama de Nobelprijs voor de Vrede. ‘De Tibetaanse leider blijkt de nodige jakboter op het heilige hoofd te hebben’, aldus Kuitert.
Met deze berichtgeving doet De Telegraaf geen recht aan de complexiteit van de Tibetaanse geschiedenis én van de historische rol van de dalai lama’s.
Verkeerde foto
De Telegraaf plaatst bij het bericht een oude foto van een andere hoge Tibetaanse geestelijke, Choekyi Gyaltsen, de 10de Panchen Lama (1938-1989).
Het onderschrift vermeldt ten onrechte dat de man op de foto Tenzin Gyatso is, de huidige Dalai Lama.
De Panchen Lama en de Dalai Lama zijn tijdgenoten. In 1954 reisden deze lama’s op uitnodiging van de communistische leider Mao Tse Toeng naar Beijing.
Dollars
Onder de kop ‘Dalai Lama schijnheilig: Nobelprijswinnaar was CIA-agent en guerillaleider’ gaat De Telegraaf in op de betrokkenheid van de CIA bij het gewapende verzet tegen de Chinese bezetting van Tibet.
In de jaren ’50 en ’60 besteedde de CIA jaarlijks miljoenen dollars (ruim 1,7 miljoen dollar in 1964) aan de training, bewapening en financiering van een Tibetaans guerillaleger. De Dalai Lama ontving ieder jaar persoonlijk 180.000 dollar.
Eerdere studies
Dat de CIA in de jaren ’50 en ’60 Tibetaanse verzetsstrijders opleidde en steunde, is geen nieuws.
Daarover wordt al zo’n tien jaar geschreven, in studies zoals Into Tibet: The CIA’s First Atomic Spy and His Secret Expedition to Lhasa (2003), Buddha’s Warriors: The Story of the CIA-Backed Tibetan Freedom Fighters, the Chinese Communist Invasion, and the Ultimate Fall of Tibet (2004), Arrested Histories: Tibet, the CIA, and Memories of a Forgotten War (2010) en The CIA’s Secret War in Tibet (2011).
Ook over de CIA-betalingen aan de Dalai Lama is vele malen eerder bericht.
Lisa Cathey
De Telegraaf verwijst als bron naar het Kefiblog van documentairemaker Lisa Cathey. Zij is de dochter van CIA-officier Clay Cathey, destijds verantwoordelijk voor de geheime operatie.
Cathey vergaarde meer dan 100 uur aan interviews, actuele berichtgeving en archiefmateriaal. Zij werkt momenteel aan documentaire over de rol van de CIA in Tibet, en vertoont via haar blog fragmenten uit dit archief.
ARD
De Telegraaf verwijst ook naar het actualiteitenprogramma Panorama van de Duitse ARD en de Süd-deutsche Zeitung, uitgezonden op 7 juni 2012.
Panorama vertoont beelden van een recente persconferentie in Oostenrijk. Daar verklaarde de Dalai Lama dat zijn verzet tegen de Chinezen de laatste vijftig, zestig jaar op ‘strikte geweldloosheid’ is gebaseerd.
Hij erkent de banden met de CIA. Verder zegt hij dat de Tibetanen zélf in verzet kwamen, en dat de CIA hen pas steunde toen dit verzet wat begon voor te stellen.
Geweldloosheid
Panorama voert in de uitzending prof. dr. Michael Zimmerman (Afrika-Azië Instituut, Universiteit Hamburg) op, die zegt dat geweldloosheid de afgelopen 2.500 jaar ‘zonder twijfel’ één van de belangrijkste beginselen uit het boeddhisme is geweest.
Hij vindt dat de samenwerking van de Dalai Lama met de CIA en het gewapend verzet in Tibet een heel ander beeld oproept.
Militairen en wapens
Panorama vertoont foto’s van de Dalai Lama met een Amerikaanse CIA-agent, een militaire erewacht in India, en met zijn bewapend escorte tijdens zijn vlucht naar India in 1959.
‘Beelden die ook tot de geschiedenis van de Dalai Lama behoren’, aldus Panorama.
Eigen idee
Daarna komt Clay Cathey aan het woord. ‘Wij hebben de Tibetanen niet op dit idee gebracht, zij wilden zélf vechten. En wanneer mensen zoiets per se willen moet je ze helpen’, zegt hij.
Volgens Panorama steunde de CIA de Tibetanen vooral vanuit anti-communistische overwegingen.
Tibet-deskundige Klemens Ludwig merkt op dat de Amerikanen in de Dalai Lama hét symbool van de Tibetaanse vrijheidsstrijd zagen. Volgens hem hoopte de CIA met zijn hulp vooral de volksrepubliek China tegen de haren in te strijken.
Verzetsstrijders
Oud-verzetsstrijder Sonam Wangchuk vertelt in de ARD-uitzending hoe de CIA hem en ongeveer 250 metgezellen tijdens geheime, streng beveiligd trainingskampen in Colorado (VS) alles bijbracht dat een guerillastrijder moet weten.
Tijdens hun opleiding leerden zij omgaan met wapens en zendapparatuur, en werd hen de eerste beginselen van guerillatactiek bijgebracht. Daarna werden ze vanuit vliegtuigen in Tibet gedropt.
Vietnam
De Amerikaanse houding tegenover Tibet en de Dalai Lama veranderde toen zij in hun strijd tegen het communisme in Vietnam het onderspit delfden, aldus Panorama.
Vanwege president Nixon’s toenadering tot China werd de financiële steun aan de Tibetanen gestaakt.
In 1974 kiest de Dalai Lama voor een politiek van zuivere geweldloosheid. Hij vraagt de guerillastrijders in Tibet de wapens neer te leggen.
Wereldlijk gezag
Traditioneel zijn de dalai lama’s geestelijk én wereldlijk leider van het Tibetaanse volk.
Van de zeventiende tot en met de twintigste eeuw kent Tibet geen scheiding tussen geestelijk en wereldlijk gezag overeenkomstig het strikte Westerse onderscheid tussen kerk en staat.
Bevelvoerder
Toen China het land in 1950 binnenviel, werd Tibet beschermd door een klein, slecht uitgerust leger onder leiding van de Dalai Lama. Zijn positie als hoogste bevelvoerder vloeide voort uit zijn toenmalige rol.
Als hoofd van de Tibetaanse regering werd van hem verwacht dat hij leiding gaf aan het militaire verzet tegen China, zowel binnen als buiten Tibet.
De betrokkenheid van de Dalai Lama bij de het door de CIA gesteunde Tibetaanse verzet is een voortzetting van die rol.
Premier
Sinds de jaren ’60, vanaf het begin van zijn ballingschap in 1959, verklaart de Dalai Lama dat hij afstand zal doen van zijn rol als wereldlijk heerser.
Na veel discussie legt het Tibetaans parlement in ballingschap dit ‘grondwettelijk’ vast.
In 2011 neemt de nieuwe premier Lobsang Sangay de Dalai Lama’s rol als wereldlijk leider over.
Lees ook
Kijk ook

Die Dalai Lamas

»Die Dalai Lamas werden von ihren Anhängern als fortgeschrittene Mahayana Bodhisattvas angesehen, mitfühlende Wesen, die sozusagen ihren eigenen Eintritt in das Nirvana zurückgestellt haben, um der leidenden Menschheit zu helfen. Sie sind demnach auf einem guten Wege zur Buddhaschaft, sie entwickeln Perfektion in ihrer Weisheit und ihrem Mitgefühl zum Wohle aller Wesen. Dies rechtertigt, in Form einer Doktrin, die soziopolitische Mitwirkung der Dalai Lamas, als Ausdruck des mitfühlenden Wunsches eines Bodhisattvas, anderen zu helfen.«

?Hier sollten wir zwei Dinge feststellen, die der Dalai Lama nicht ist: Erstens, er ist nicht in einem einfachen Sinne ein ?Gott-König?. Er mag eine Art König sein, aber er ist kein Gott für den Buddhismus. Zweitens, ist der Dalai Lama nicht das ?Oberhaupt des Tibetischen Buddhismus? als Ganzes. Es gibt zahlreiche Traditionen im Buddhismus. Manche haben ein Oberhaupt benannt, andere nicht. Auch innerhalb Tibets gibt es mehrere Traditionen. Das Oberhaupt der Geluk Tradition ist der Abt des Ganden Klosters, als Nachfolger von Tsong kha pa, dem Begründer der Geluk Tradition im vierzehnten/fünfzehnten Jahrhundert.«

Paul Williams, »Dalai Lama«, in
Clarke, P. B., Encyclopedia of New Religious Movements
(New York: Routledge, 2006), S. 136.

Regierungsverantwortung
der Dalai Lamas

?Nur wenige der 14 Dalai Lamas regierten Tibet und wenn, dann meist nur für einige wenige Jahre.?

(Brauen 2005:6)

»In der Realität dürften insgesamt kaum mehr als fünfundvierzig Jahre der uneingeschränkten Regierungsgewalt der Dalai Lamas zusammenkommen. Die Dalai Lamas sechs und neun bis zwölf regierten gar nicht, die letzten vier, weil keiner von ihnen das regierungsfähige Alter erreichte. Der siebte Dalai Lama regierte uneingeschränkt nur drei Jahre und der achte überhaupt nur widerwillig und auch das phasenweise nicht allein. Lediglich der fünfte und der dreizehnte Dalai Lama können eine nennenswerte Regieruagsbeteiligung oder Alleinregierung vorweisen. Zwischen 1750 und 1950 gab es nur achtunddreißig Jahre, in denen kein Regent regierte!«

Jan-Ulrich Sobisch,
Lamakratie - Das Scheitern einer Regierungsform (PDF), S. 182,
Universität Hamburg

Der Fünfte Dalai Lama,
Ngawang Lobsang Gyatso

Der Fünfte Dalai Lama, Ngawang Lobsang Gyatso

?Der fünfte Dalai Lama, der in der tibetischen Geschichte einfach ?Der Gro?e Fünfte? genannt wird, ist bekannt als der Führer, dem es 1642 gelang, Tibet nach einem grausamen Bürgerkrieg zu vereinigen. Die ?ra des fünften Dalai Lama (in etwa von seiner Einsetzung als Herrscher von Tibet bis zum Beginn des 18. Jahrhunderts, als seiner Regierung die Kontrolle über das Land zu entgleiten begann) gilt als pr?gender Zeitabschnitt bei der Herausbildung einer nationalen tibetischen Identit?t - eine Identit?t, die sich im Wesentlichen auf den Dalai Lama, den Potala-Palast der Dalai Lamas und die heiligen Tempel von Lhasa stützt. In dieser Zeit wandelte sich der Dalai Lama von einer Reinkarnation unter vielen, wie sie mit den verschiedenen buddhistischen Schulen assoziiert waren, zum wichtigsten Beschützer seines Landes. So bemerkte 1646 ein Schriftsteller, dass dank der guten Werke des fünften Dalai Lama ganz Tibet jetzt ?unter dem wohlwollenden Schutz eines wei?en Sonnenschirms zentriert? sei; und 1698 konstatierte ein anderer Schriftsteller, die Regierung des Dalai Lama diene dem Wohl Tibets ganz so wie ein Bodhisattva - der heilige Held des Mahayana Buddhismus - dem Wohl der gesamten Menschheit diene.?

Kurtis R. Schaeffer, »Der Fünfte Dalai Lama Ngawang Lobsang Gyatso«, in
DIE DALAI LAMAS: Tibets Reinkarnation des Bodhisattva Avalokite?vara,
ARNOLDSCHE Art Publishers,
Martin Brauen (Hrsg.), 2005, S. 65

Der Fünfte Dalai Lama:
Beurteilungen seiner Herrschaft I

?Gem?? der meisten Quellen war der [5.] Dalai Lama nach den Ma?st?ben seiner Zeit ein recht toleranter und gütiger Herrscher.?

Paul Williams, »Dalai Lama«, in
(Clarke, 2006, S. 136)

?Rückblickend erscheint Lobsang Gyatso, der ?Gro?e Fünfte?, dem Betrachter als überragende, allerdings auch als widersprüchliche Gestalt.?

Karl-Heinz Golzio / Pietro Bandini,
»Die vierzehn Wiedergeburten des Dalai Lama«,
O.W. Barth Verlag, 1997, S. 118

»Einmal an der Macht, zeigte er den anderen Schulen gegenüber beträchtliche Großzügigkeit. […] Ngawang Lobsang Gyatso wird von den Tibetern der ›Große Fünfte‹ genannt, und ohne jeden Zweifel war er ein ungewöhnlich kluger, willensstarker und doch gleichzeitig großmütiger Herrscher.«

Per Kvaerne, »Aufstieg und Untergang einer klösterlichen Tradition«, in:
Berchert, Heinz; Gombrich, Richard (Hrsg.):
»Der Buddhismus. Geschichte und Gegenwart«,
München 2000, S. 320

Der Fünfte Dalai Lama:
Beurteilungen seiner Herrschaft II

?Viele Tibeter gedenken insbesondere des V. Dalai Lama bis heute mit tiefer Ehrfurcht, die nicht allein religi?s, sondern mehr noch patriotisch begründet ist: Durch gro?es diplomatisches Geschick, allerdings auch durch nicht immer skrupul?sen Einsatz machtpolitischer und selbst milit?rischer Mittel gelang es Ngawang Lobzang Gyatso, dem ?Gro?en Fünften?, Tibet nach Jahrhunderten des Niedergangs wieder zu einen und in den Rang einer bedeutenden Regionalmacht zurückzuführen. Als erster Dalai Lama wurde er auch zum weltlichen Herrscher Tibets proklamiert. Unter seiner ?gide errang der Gelugpa-Orden endgültig die Vorherrschaft über die rivalisierenden lamaistischen Schulen, die teilweise durch blutigen Bürgerkrieg und inquisitorische Verfolgung unterworfen oder au?er Landes getrieben wurden.

Jedoch kehrte der Dalai Lama in seiner zweiten Lebenshälfte, nach Festigung seiner Macht und des tibetischen Staates, zu einer Politik der Mäßigung und Toleranz zurück, die seinem Charakter eher entsprach als die drastischen Maßnahmen, durch die er zur Herrschaft gelangte. Denn Ngawang Lobzang Gyatso war nicht nur ein Machtpolitiker und überragender Staatsmann, sondern ebenso ein spiritueller Meister mit ausgeprägter Neigung zu tantrischer Magie und lebhaftem Interesse auch an den Lehren anderer lamaistischer Orden. Zeitlebens empfing er, wie die meisten seiner Vorgänger, gebieterische Gesichte, die er gegen Ende seines Lebens in seinen ›Geheimen Visionen‹ niederlegte.«

(Golzio, Bandini 1997: 95)

Der Dreizehnte Dalai Lama,
Thubten Gyatso

Der Dreizehnte Dalai Lama, Thubten Gyatso

?Ein anderer, besonders wichtiger Dalai Lama war der Dreizehnte (1876-1933). Als starker Herrscher versuchte er, im Allgemeinen ohne Erfolg, Tibet zu modernisieren. ?Der gro?e Dreizehnte? nutzte den Vorteil des schwindenden Einflusses China im 1911 beginnenden Kollaps dessen Monarchie, um faktisch der vollst?ndigen nationalen Unabh?ngigkeit Tibets von China Geltung zu verschaffen. Ein Fakt, den die Tibeter von jeher als Tatsache erachtet haben.?

Paul Williams, »Dalai Lama«, in
(Clarke, 2006, S. 137)

?Manche m?gen sich vielleicht fragen, wie die Herrschaft des Dalai Lama im Vergleich mit europ?ischen oder amerikanischen Regierungschefs einzusch?tzen ist. Doch ein solcher Vergleich w?re nicht gerecht, es sei denn, man geht mehrere hundert Jahre in der europ?ischen Geschichte zurück, als Europa sich in demselben Zustand feudaler Herrschaft befand, wie es in Tibet heutzutage der Fall ist. Ganz sicher w?ren die Tibeter nicht glücklich, wenn sie auf dieselbe Art regiert würden wie die Menschen in England; und man kann wahrscheinlich zu Recht behaupten, dass sie im Gro?en und Ganzen glücklicher sind als die V?lker Europas oder Amerikas unter ihren Regierungen. Mit der Zeit werden gro?e Ver?nderungen kommen; aber wenn sie nicht langsam vonstatten gehen und die Menschen nicht bereit sind, sich anzupassen, dann werden sie gro?e Unzufriedenheit verursachen. Unterdessen l?uft die allgemeine Verwaltung Tibets in geordneteren Bahnen als die Verwaltung Chinas; der tibetische Lebensstandard ist h?her als der chinesische oder indische; und der Status der Frauen ist in Tibet besser als in beiden genannten L?ndern.?

Sir Charles Bell, »Der Große Dreizehnte:
Das unbekannte Leben des XIII. Dalai Lama von Tibet«,
Bastei Lübbe, 2005, S. 546

Der Dreizehnte Dalai Lama:
Beurteilungen seiner Herrschaft

?War der Dalai Lama im Gro?en und Ganzen ein guter Herrscher? Dies k?nnen wir mit Sicherheit bejahen, auf der geistlichen ebenso wie auf der weltlichen Seite. Was erstere betrifft, so hatte er die komplizierte Struktur des tibetischen Buddhismus schon als kleiner Junge mit ungeheurem Eifer studiert und eine au?ergew?hnliche Gelehrsamkeit erreicht. Er verlangte eine strengere Befolgung der m?nchischen Regeln, veranlasste die M?nche, ihren Studien weiter nachzugehen, bek?mpfte die Gier, Faulheit und Korruption unter ihnen und verminderte ihren Einfluss auf die Politik. So weit wie m?glich kümmerte er sich um die zahllosen religi?sen Bauwerke. In summa ist ganz sicher festzuhalten, dass er die Spiritualit?t des tibetischen Buddhismus vergr??ert hat.

Auf der weltlichen Seite stärkte er Recht und Gesetz, trat in engere Verbindung mit dem Volk, führte humanere Grundsätze in Verwaltung und Justiz ein und, wie oben bereits gesagt, verringerte die klösterliche Vorherrschaft in weltlichen Angelegenheiten. In der Hoffnung, damit einer chinesischen Invasion vorbeugen zu können, baute er gegen den Widerstand der Klöster eine Armee auf; vor seiner Herrschaft gab es praktisch keine Armee. In Anbetracht der sehr angespannten tibetischen Staatsfinanzen, des intensiven Widerstands der Klöster und anderer Schwierigkeiten hätte er kaum weiter gehen können, als er es tat.

Im Verlauf seiner Regierung beendete der Dalai Lama die chinesische Vorherrschaft in dem großen Teil Tibets, den er beherrschte, indem er chinesische Soldaten und Beamte daraus verbannte. Dieser Teil Tibets wurde zu einem vollkommen unabhängigen Königreich und blieb dies auch während der letzten 20 Jahre seines Lebens.«

Sir Charles Bell in (Bell 2005: 546-47)

Der Vierzehnte Dalai Lama,
Tenzin Gyatso

Der Vierzehnte Dalai Lama, Tenzin Gyatso

?Der jetzige vierzehnte Dalai Lama (Tenzin Gyatso) wurde 1935 geboren. Die Chinesen besetzten Tibet in den frühen 1950er Jahren, der Dalai Lama verlie? Tibet 1959. Er lebt jetzt als Flüchtling in Dharamsala, Nordindien, wo er der Tibetischen Regierung im Exil vorsteht. Als gelehrte und charismatische Pers?nlichkeit, hat er aktiv die Unabh?ngigkeit seines Landes von China vertreten. Durch seine h?ufigen Reisen, Belehrungen und Bücher macht er den Buddhismus bekannt, engagiert sich für den Weltfrieden sowie für die Erforschung von Buddhismus und Wissenschaft. Als Anwalt einer ?universellen Verantwortung und eines guten Herzens?, erhielt er den Nobelpreis im Jahre 1989.?

Paul Williams, »Dalai Lama«, in
(Clarke, 2006, S. 137)

Moralische Legitimation
der Herrschaft Geistlicher

Für Sobisch ist die moralische Legitimation der Herrschaft Geistlicher ?außerordentlich zweifelhaft?. Er konstatiert:

?Es zeigte sich auch in Tibet, da? moralische Integrit?t nicht automatisch mit der Zugeh?rigkeit zu einer Gruppe von Menschen erlangt wird, sondern allein auf pers?nlichen Entscheidungen basiert. Vielleicht sind es ?hnliche überlegungen gewesen, die den derzeitigen, vierzehnten Dalai Lama dazu bewogen haben, mehrmals unmi?verst?ndlich zu erkl?ren, da? er bei einer Rückkehr in ein freies Tibet kein politische Amt mehr übernehmen werde. Dies ist, so meine ich, keine schlechte Nachricht. Denn dieser Dalai Lama hat bewiesen, da? man auch ohne ein international anerkanntes politisches Amt inne zu haben durch ein glaubhaft an ethischen Grunds?tzen ausgerichtetes beharrliches Wirken einen enormen Einfluss in der Welt ausüben kann.?

Jan-Ulrich Sobisch,
Lamakratie - Das Scheitern einer Regierungsform (PDF), S. 190,
Universität Hamburg